Viele, viele bunte Farben – de kleurseparatie-module
Farbige Bilder werden in Druckerzeugnissen üblicherweise dadurch erzeugt, daß vier Farben (Gelb, Magenta, Cyan und Schwarz) in unterschiedlichen Intensitäten übereinandergedruckt werden (siehe Farbseparation). Die Intensitätsabstufungen werden durch Verwendung eines Rasters erreicht. Da die vier Farben aber in vier verschiedenen Druckvorgängen aufgebracht werden müssen, sind dafür auch vier Druckvorlagen, die sogenannten Farbauszüge, nötig. Das Aufteilen eines farbigen Dokumentes in diese vier Druckvorlagen nennt man Farbseparation. Werden im Dokument noch Schmuckfarben verwendet, dann können noch mehr Farbauszüge entstehen. Diese müssen dann auch separiert werden.
De basisprincipes van kleurendruk werken reeds kort in Hoofdstuk 4
Begripsbepalingen
, 4.6.1.1 Kleurendruk
besproken. Dit
gebied is met al zijn natuurkundige en druktechnische fenomenen echter
zo complex, dat een uitgebreide beschrijving hier niet mogelijk is.
Daarom verwijzen wij u voor verdere informatie hieromtrent naar de
betreffende vakliteratuur.
Aan kleurseparatie ligt de volgende gedachte ten grondslag: door
gebruik van in totaal vier drukkleuren kan door een combinatie van
intensiteiten iedere kleur gecreërd worden. Bij de werkelijke druk is
er, in tegenstelling tot bij een televisiebeeld, niet de mogelijkheid
afzonderlijke punten lichter
of donkerder
te drukken.
Daarom worden ook hier rasters gebruikt, die reeds meerdere malen in
deze handleiding beschreven werden.
In theorie komt de kleurendruk dan zeer eenvoudig tot stand: omdat in het document alle kleuren volgens het RGB-systeem opgeslagen worden, volgt eerst een omrekening naar het CYM-systeem. Van de daaruit voortgekomen waarden wordt het zwartdeel berekend, dat dan van alle drie de grondkleuren afgetrokken wordt. De aldus ontstane intensiteitswaarden worden omgezet naar rasterpunten van verschillende formaten, die vervolgens afgedrukt worden
Tot zover de theorie. In de praktijk ontstaan er echter behalve de
in Hoofdstuk 6.4 Raster-module
beschreven problemen, nog andere
problemen. Het grootste probleem vormen de drukinkten zelf. Helaas is
de huidige chemische industrie nog steeds niet in staat een kleur te
leveren, die alleen het rode aandeel van het licht absorbeert en groen
en blauw ongehinders laat passeren. Dit optimale cyaan bestaat net zo
min als een optimaal geel of een ideaal magenta. De theoretische
kleuren moeten dus zo veranderd worden, dat ook met de daadwerkelijk
beschikbare drukinkten realistische kleurenafbeeldingen weergegeven
kunnen worden.
Om dit te bereiken, werden op in totaal acht plaatsen in het hierboven afgebeelde schema kenlijnen ingebouwd (zie onder). Ter herinnering: kenlijnen kennen aan theoretische invoer-waarden, realistische uitvoer-waarden toe. Hoe de kenlijn van een foto in een document te beïnvloeden is, weet u reeds. Hier kunt u eveneens met de kenlijnen de afbeelding beïnvloeden. Het resultaat van deze instellingen ziet u echter pas bij het drukken, omdat het hier om zuivere druk-kenlijnen gaat: