This site is designed to take advantage of CSS. If you are seeing this, CSS must not be available or enabled in your browser. Everything should still work, but won't be as pretty. :)
invers Software
 
StartGrundsätzlichesBeeldverwerkingTypografie voor de DTP-beginner
  Calamus 2015 > Grundsätzliches Index

Kleurendruk

En nu in kleur – Kleurendruk

Zoals u nog wel van de natuurkundeles zal weten, kan men door menging van de drie grondkleuren, rood, groen en blauw alle mogelijke kleuren (inclusief wit) maken. Om dit grondprincipe nog te verduidelijken, moeten we de beeldbuis van de televisie eens van dichtbij bekijken. We zien steeds een rode, een groene en een blauwe punt en als deze punten gezamenlijk oplichten, zien wij bij het bekijken van het beeld vanaf een afstand, een witte punt.

Wordt nu de intensiteit van het groene en het blauwe licht vermindert, dan verschijnt er in de witte punt een rode stip. Ontbreken groen en blauw helemaal, dan blijft er natuurlijk alleen een rode punt over. Op dezelfde manier kunnen alle kleuren door het mengen van rood, groen en blauw in verschillende intensiteiten gemaakt worden.

De oorzaak hiervan ligt in de wijze van functioneren van het menselijk oog, dat zwart, rood, groen, geel, blauw, magenta, cyaan en wit liggen. Op de diagonaal van zwart naar wit, daar waar alle grondkleuren in gelijke intensiteit zich mengen, ontstaan de grijstinten.

Daraus ergibt sich der sogenannte Farbwürfel, an dessen Ecken die Farben Schwarz, Rot, Grün, Gelb, Blau, Magenta, Cyan und Weiß liegen. Auf der Diagonalen von Schwarz nach Weiß, also dort, wo alle Grundfarben in jeweils gleichen Intensitäten gemischt werden, ergeben sich die Grautöne.

Deze methode van kleur-reproduktie (naar de aanvangsletters van de kleuren het RGB-systeem genaamd) is weliswaar technisch eenvoudig te verwerken, maar weinig aanschouwelijk. Of weet u op voorhand hoe u met deze basiskleuren een beige kleur moet maken? Bijgevolg heeft zich nog een andere systeem gemanifesteerd, het zogenaamde IHS-systeem, waarbij een kleur uit de drie elementen helderheid (intensiteit), kleurnuance en verzadiging is samengesteld. Dit wordt duidelijk bij het bekijken van een normale kleurentelevisie: ook daar heeft u instelmogelijkheden voor helderheid en verzadiging. De kleur laat zich bij het PAL-systeem niet corrigeren, ze is in principe altijd goed (dit in tegenstelling tot het in de USA toegepaste NTSC-systeem, dat daarom ook wel Never The Same Colour wordt genoemd). De uitwerking van helderheid en verzadiging kunt u door middel van een regelknop eenvoudig testen: bij een helderheidsverandering wordt het wit-aandeel van het beeld vermeerderd of verminderd. In het RGB-systeem kan men zeggen dat bij alle drie de grondkleuren een gelijke waarde wordt opgeteld of afgetrokken. De kleurverzadiging beïnvloedt het verschil tussen de drie grondkleuren: wordt bij licht-rose de verzadiging verhoogd, dan verandert deze langsaam in de richting van rood. Dat betekent dat de aanwezige groene en blauwe bestanddelen steeds zwakker worden, terwijl het aandeel rood nog wordt versterkt. Omgekeerd worden de kleuren bij vermindering van de verzadiging steeds bleker, totdat het beeld alleen nog maar grijstinten bevat (zoals bij een zwart-wit televisie). De kleurnuance beïnvloedt tenslotte de verdeling van de grondkleuren zŠlf. Daarmee kunt u instellen of rood, groen of blauw sterker moeten zijn dan de andere kleuren. Niet alleen bij de kleurentelevisie, maar ook bij alle andere lichtbronnen dragen de verschillende kleuren licht samen bij aan de helderheid, daarom spreekt men van additieve menging.

Bij kleurendruk werkt dit echter precies omgekeerd: slechts een deel van het invallende licht wordt gereflecteerd, de rest wordt opgeslokt en in warmte omgezet (daarom is het in een zwarte auto zonder air-conditioning ook altijd zo warm). Dat betekent dat een rode vlek de groene en blauwe dele, 2/3 van het invallende witte licht, opslokt. Worden dus een rode, een groene en een blauwe punt zeer dicht naast elkaar gedrukt, dan ontstaat er geen wit maar donkergrijs.

Ook hier redt men zich met een truc: het papier als drager van de kleurinformatie is tenslotte wit. Van dit wit worden nu door het opbrengen van andere kleuren de drie grondkleuren weggenomen. Rood kan men weghalen door groen en blauw door te laten. Groen en blauw gemengd geeft cyaan. Op dezelfde manier kan men de groene kleur uit het witte papier wegnemen, door het met de kleur magenta, die uit de menging van rood en blauw ontstaat, te bedrukken. Het blauwe inktaandeel op het witte papier wordt tenslotte weggehaald door er geel overheen te drukken. Deze menging wordt in tegenstelling tot de RGB- of IHS-menging, substractieve menging genoemd, omdat op deze manier de totale helderheid geringer wordt. Dit mengsysteem is naar de Engelse aanvangsletters van de drukkleuren (Cyan, Magenta, Yellow) als het CMY-systeem bekend.

Volledigheidshalve moeten we hier nog het CMYK-systeem noemen, waarop we later nog terugkomen. Als vierde grondkleur wordt hier zwart gebruikt, om het beeldcontrast te versterken. Door het over elkaar drukken van de drie kleuren kan men tezamen acht kleuren maken (rood, groen, blauw, geel, magenta, cyaan, zwart en wit). Alle andere kleuren kunnen (theoretisch) bereikt worden, door de intensiteit van de kleuren te veranderen. En precies daar ligt weer het probleem: In het voorgaande hoofdstuk werd al vermeld, dat drukpersen de intensiteit van een opgebrachte kleur niet kunnen beschrijven; een punt wordt gedrukt •f niet gedrukt. Daarom moeten bij het drukken van kleurenfoto's ook rasters worden toegepast. De keuze van deze rasters moet zorgvuldig gemaakt worden en kan zeer arbeidsintensief zijn.

Helaas zijn de drie kleuren cyaan, magenta en geel niet voldoende om werkelijk alle kleuren te kunnen maken. Zelfs als deze drie kleuren over elkaar heen gedrukt worden, resulteert dit niet in zwart maat ontstaat slechts een donker bruine kleur. Dit ligt aan de kleuren zŠlf, want cyaan filtert geenzins al het rood uit het invallende licht. Het is eenvoudigweg technisch niet mogelijk kleuren zo samen te stellen, dat ze het optimale spectrum bevatten. Daarbij komt dat cyaan bijvoorbeeld ook een deel van het invallende blauwe licht absorbeert, terwijl geel dit niet doet. De kleuren worden dan ook in verschillende intensiteiten weergegeven.

Vanwege al deze (en nog vele andere) redenen, wordt een vierde drukkleur toegevoegd: zwart. Moet een kleurenpagina gedrukt worden, dan moeten er vier kleuren worden gedrukt (kleurseparatie). Wordt er dan nog eens andere kleur bij gedrukt (een kant en klare kleur, bijvoorbeeld goud), dan moet deze nog eens apart bij de vier andere kleuren gedrukt worden.

Dat betekent natuurlijk een aanzienlijke rekeninspanning: iedere voorkomende kleur moet in een geel, een magenta, een cyaan en een zwart deel omgerekend worden. Daarbij moeten per kleur de fouten in de drukkleuren gecorrigeerd, en de berekende waarden gerasterd worden.

In dit hoofdstuk konden slechts de grondbeginselen van kleurendruk worden besproken. In het kader van deze inleiding zou het te ver voeren verder op deze principes in te gaan. Voor meer informatie hieromtrent verwijzen wij u naar de specifieke vakliteratuur.

Tenslotte: Calamus beheerst de omgang met kleuren op elke machine. Steunkleuren worden hierbij net zo ondersteunt als kleurscheiding uit alle vier de voorgestelde kleursystemen. Met de apart te verkrijgen separatie-module kunt u binnen Calamus een perfecte vierkleuren-separatie tot stand brengen.


Copyright © invers Software (Home)
Laatst gewijzigd op 12 december 2015

StartGrundsätzlichesBeeldverwerkingTypografie voor de DTP-beginner