Met deze optie kunt u instellen of, en zo ja, hoe het virtuele geheugen gebruikt moet worden (zie Hoofdstuk 4.2, Begripsbepalingen). Na het aanklikken verschijnt het volgende dialoogpaneel:
Normaal gesproken zou bij gebruik van een hard-disk het virtueel
geheugen geactiveerd zijn. Wanneer u echter alleen met kleine
documenten werkt of er slechts in zeer beperkte mate ruimte op de
hard-disk aanwezig is, kunt u het virtueel geheugen ook uitschakelen.
Dan is echter de maximale documentgrootte tot de grootte van uw
werkgeheugen beperkt. Calamus gebruikt het virtueel geheugen op de
hard-disk in een folder-structuur. Dat betekent: er worden meerdere
inhoudslijsten aangemaakt, waarin dan de overlopende
data
opgeslagen wordt.
Met de volgende twee opties kunt u aangeven wat er met deze
folders gebeuren moet, wanneer Calamus beëndigd wordt. Is de optie
Wissen
gekozen, worden alle folders met de daarin staande data
van de hard-disk verwijderd. Bij het selecteren van Legen
wordt
weliswaar de data gewist, de folders blijven echter behouden. Dat
spaart bij de volgende start van Calamus tijd, daar de folders immers
niet opnieuw aangemaakt hoeven te worden. In het bijzonder bij ouder
computersystemen kan deze tijd veel uitmaken.